Maaike Kooijman
Maaike Kooijman Planeet 10 feb 2020
Leestijd: 5 minuten

Tover je huis om in een urban jungle (en wel met deze tips)

Op het Instagram-account van menig millennial kon je naast platenspelers en landkaarten altijd al cactussen vinden, maar nu heeft de hype zich uitgebreid naar de rest van het plantenrijk – hoe meer planten, hoe beter, lijkt het wel!

En da’s zo gek nog niet, want planten zien er niet alleen mooi uit, ze zijn ook goed voor de lucht in huis (en dus je gezondheid). Wil jij ook wat meer planten in huis halen? Met deze tips creëer jij je eigen urban jungle.

Je urban jungle creëren in 5 stappen

You can do it!

Stap 1: Zorg voor goed gereedschap

Laten we het beginnen met een urban jungle vergelijken met de geboorte van een baby. Goed, het is wat minder pijnlijk en ook minder emotioneel. Maar net zoals een baby niet zonder babykamer kan, kun je ook niet zomaar planten kopen zonder een opgeruimd plekje én wat onmisbaar gereedschap. Op de boodschappenlijst:

  • Je kunt niet zonder gieter om je planten water te geven – of nou ja, een gieter is in ieder geval heel wat praktischer dan een gewoon waterglas.
  • Een plantensproeier kan ook van pas komen.
  • Een kleine schep is goed om aarde mee te verplaatsen…
  • … en tuinhandschoenen zijn misschien ook handig, tenzij je graag met je handen in de aarde wroet. (De keren dat ik cactusnaalden in mijn handen heb gehad zijn trouwens ook niet meer op één onbedekte hand te tellen.)
  • Een goede schaar voor als je je planten bij wilt knippen.
  • Eigenlijk het belangrijkste: potten! Die moet je aanpassen aan het soort planten dat je kiest, dus daar komen we later nog op terug.

Stap 2: Kies je planten

Niet onbelangrijk: tijd voor de geboorte van je plantenbaby’s! Heb je nog geen ervaring met tuinieren? Dan kun je misschien het beste kiezen voor planten die weinig verzorging nodig hebben. Denk bijvoorbeeld aan de aloë vera-plant, de krulvaren, de pothos klimop of een andere plant uit dit rijtje. Met vetplanten zit je sowieso eigenlijk altijd goed.

Verder is het leuk om een beetje te variëren in de ‘vorm’ van je planten. Grote planten, kleine planten, groene planten, bloeiende planten… Maak bijvoorbeeld een mix van hangplanten, cactussen, een aantal grote staplanten en wat kleinere varianten. Het is ook leuk om wat kruiden te kopen. Rozemarijn, basilicum en peterselie ruiken lekker én kun je gebruiken bij het koken.

Dit vind je vast ook leuk: Welke plant hoort bij jouw sterrenbeeld? Check het hier

Stap 3: Koop de juiste potten

Het is weliswaar verleidelijk om je planten gewoon neer te zetten in potten die goed bij je interieur passen, maar je planten hebben er meer baat bij als je wat aandacht besteedt aan het soort potten en de potgrond die je koopt. Zo hebben planten doorgaans wat meer ruimte nodig dan de pot waarin je ze koopt in de winkel, zodat hun wortels beter kunnen groeien.

De meeste planten zijn het beste af in een plastic pot met gaatjes aan de onderkant; het plastic houdt het vocht langer vast dan stenen potten, terwijl de gaatjes ervoor zorgen dat overtollig vocht kan weglopen. Die pot kun je dan wel weer in een mooiere pot zetten – kan daar meteen het water in weglopen.

Je planten zitten waarschijnlijk al in wat aarde, maar potgrond is handig om aan te schaffen voor als je bijvoorbeeld wilt gaan verpotten. De meeste planten gedijen prima in universele potgrond, maar er zijn ook varianten die wat extra voedingsstoffen nodig hebben en dus beter in ‘potgrond speciaal’ kunnen groeien.

Als dat zo is, staat het meestal op het label van je plant. Vetplanten en cactussen hebben bijvoorbeeld behoefte aan grond met wat meer steentjes erin, hyacinten en tulpen aan een iets zuurdere mix.

Stap 4: Geef je planten aandacht

Planten gekocht, overgepot en op een mooie plek in huis gezet? Je kúnt nu natuurlijk achteroverleunen en de natuur zijn werk laten doen, maar het geheim van een gezonde plantenfamilie ligt vooral in de liefde die je ze geeft. En nee, dat houdt niet op bij één of twee keer water geven per week (hoewel je dat natuurlijk ook moet doen).

Planten die eigenlijk in een vochtige omgeving horen, moeten bijvoorbeeld af en toe natgesprayd worden. En ja, ook kamerplanten moet je snoeien. Houd ook rekening met de plek waar je ze neerzet, met name of die licht of donker is. De handigste manier om achter de perfecte levensomstandigheden voor je planten te komen, is door de kaartjes te lezen die er waarschijnlijk bij zitten. Nee, je hoeft er geen hele dagen mee bezig te zijn, maar een beetje aandacht geven kan nooit kwaad (en is ook hartstikke leuk).

Stap 5: Stekken!

Kleine planten worden groot, en als ze volwassen zijn kun je de meeste planten vermeerderen door ze te stekken. Yes, gratis uitbreiding van je urban jungle! Het stekken wordt vaak gedaan met de ‘scheuten’ die in het voorjaar of de zomer aan de plant zitten. Bij sommige andere planten kun je het beste met wortels stekken in de herfst.

Stekken vereist goede potgrond, veel verzorging en ook wel een beetje geduld. Op internet vind je een heleboel stappenplannen. De populaire pannenkoekplant staat er bekend om dat ‘ie goed te stekken is, dus die is sowieso het aanschaffen waard – of, nog beter, vraag of je een stekje van een bevriende plantenliefhebber mag hebben.

En last but not least: geniet van het plantengezelschap in huis! Want het klinkt misschien als veel werk allemaal, maar uiteindelijk heb je er nog veel meer plezier van.

Meer over planten en interieur

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Rock jouw inbox! 🤍

Elke zondagochtend met liefde gemaakt zodat jij heerlijk wakker wordt🧘‍♀️