Rouwrituelen: wat wij kunnen leren over afscheid nemen
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.bedrock.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F08%2Frouw.jpg)
Nederland is een land van culturele diversiteit. Van Surinamers en Molukkers tot Hindoestanen, Turken en Marokkanen. Met elk hun eigen normen, waarden en unieke manier van omgaan met verlies. Rouwrituelen dus. In veel van deze culturen, leeft de overledene in een andere vorm eeuwig voort – een gedachte die troost biedt en richting geeft aan het pad van rouw.
Rouwrituelen om van te leren voor Nederlanders. Hoe culturen anders omgaan met de dood.
Alles over rouwrituelen
Wat kunnen we in Nederland leren van hoe andere culturen omgaan met de dood en hun rouwrituelen? Misschien wel meer dan we denken.
Creolen
Bij Surinaamse creoolse uitvaarten vieren ze het leven. Hierbij staan dansen, zingen en rituelen centraal. De avond voor de uitvaart wordt er een dede so, dodenwake, gehouden. Familieleden en hechte vriendschappen van de overledene komen bijeen om samen herinneringen op te halen, te zingen, te dansen, te bidden en samen te eten. Een dede so gaat de hele nacht door tot in de vroege ochtend.
Hierna volgt de wasi dede, een wassing van het lichaam van de overledene, begeleid door speciale lijkenwassers of door een aflegvereniging. Met deze wassing bereiden ze het lichaam voor op het leven na de dood.
Tijdens de begrafenis wordt er vaak wit gedragen, als symbool voor rouw en respect. Vrouwen dragen vaak ook een angisa, een hoofddoek opgevouwen op een speciale manier om zo een boodschap mee te geven. Wanneer de kist gedragen wordt naar de rustplaats kan de dragiman, de kistdragers, danspassen maken en plotselinge schijnbewegingen zodat de geest van de overledene hem of haar niet kan volgen. Acht dagen later volgt er de aitide, een rouwbijeenkomst, die vergelijkbaar is met de dede oso. Zes weken later volgt er nog zo’n bijeenkomst, de siksiwiki. Tijdens Puru blaka, het laatste ritueel van de rouwperiode, wordt de ziel van de overledene vrijgemaakt en wordt het rouwen afgesloten.
Hindoestanen
Het hindoeïsme is afkomstig uit India. Het kent verschillende rouwrituelen doordat Indiase contractarbeiders na de slavernij zijn vertrokken naar Suriname. Volgens het Hindoeïsme keert iemand terug in het lichaam van een mens wanneer deze goed heeft geleefd. Ook wel reïncarnatie genoemd. Ook in deze cultuur wordt het lichaam eerst gewassen. Dit doen de familieleden met water, speciale bloemen en kruiden. Hierna krijgt de overledene witte kleding aan en wordt er een symbool, tilak, op het voorhoofd aangebracht.
De oudste en mannelijke familielid begeleidt de uitvaart en moet zijn hoofd kaalscheren als teken van rouw en respect. Om het lichaam zo snel mogelijk te laten terugkeren naar de ‘bron’, is het heel gebruikelijk om te kiezen voor een crematie in deze cultuur. Het mannelijke familielid loopt vijf keer om de overledene heen met een brandende diya, een traditioneel kommetje van klei met een watje van katoen als lont. Deze brengt hij in aanraking met de mond van de overledene, dit wordt de kus van de dood genoemd. Aan het einde van de uitvaart worden er bloedblaadjes, kruiden en geurrijk water door nabestaanden gestrooid.
De rouwperiode van Hindoestanen bestaat uit twaalf tot dertien dagen. Er wordt tijdens deze dagen geen vlees gegeten ter ere van de overledene om zo de rituele reinheid en te creëren voor een goede spirituele sfeer en de ziel van de overledene een goede reis te bieden naar het hiernamaals.
Molukkers
De avond voor de begrafenis wordt er een Malam Penghiburan, troostdienst, gehouden. Vaak is deze belangrijker dan de uitvaart zelf. Tijdens deze avond wordt er vaak gezongen en worden er herinneringen gedeeld over de overledene.
Hierna is, wordt er een kerkdienst gehouden, vaak in een Molukse wijk of kerk. De kledingvoorschriften zijn in deze cultuur ook vaak wit of zwart, wat hoop symboliseert voor hen. Tijdens de begrafenis worden er Bijbelse teksten toegesproken, er wordt gezongen en na dat de kist de grond in gaat strooien de familieleden met bloemblaadjes.
Na de begrafenis zijn er verschillende herdenkingsdagen. De zevende dag is de eerste herdenking voor familie. De veertigste dag en de honderdste is de dag waarop de ziel wordt herdacht en halen dierbare herinneringen op. Verder is samenhorigheid en samen eten enorm belangrijk in deze cultuur. Ze zien dit niet alleen als troost maar ook als verbinding.
Turken en Marokkanen
De islam is een van de grootste religies in Nederland, vooral vertegenwoordigd door de Turken en Marokkanen. In deze culturen is het belangrijk dat het lichaam van de overledene binnen vierentwintig uur moet worden begraven, crematie is niet toegestaan volgens de religie. Het lichaam krijgt eerst een rituele wassing, ghusl, door mensen van hetzelfde geslacht, om ervoor te zorgen dat het lichaam rein is. Hierna wordt het lichaam in een kafan, een lijkkleed, gewikkeld.
Voor de begrafenis begint wordt er eerst het salat al-janaza gebed, het dodengebed, gedaan in de moskee. Iedereen staat in de richting van Mekka. Mannen staan vooraan in de rij, gevolgd door kinderen en als laatste de vrouwen. De kist wordt door zoveel mogelijke verschillende mannen een stukje gedragen, om zo een goede daad te doen. Terwijl de kist gedragen wordt herhalen de mannen de woorden ‘Allahoe akbar’, God is de grootste. De overledene ligt in het graf op de rechterzij met het gezicht richting Mekka.
In de Turkse gemeenschappen worden vaak passages uit de Koran voorgelezen en wordt de Mevlüd, een lofzang op de profeet Mohammed, voorgedragen. Bij Marokkaanse families zijn vooral de eerste, drie, zeven, en veertig dagen belangrijk. Tijdens deze periode wordt er veel samen gegeten en gebeden, en komen mensen samen om de ziel van de overledene te herdenken.
Ook in deze culturen staat samenhorigheid en verbinding centraal. Buren, familie en vrienden tonen veel steun tijdens het rouwproces.
Wat we kunnen leren van rouwrituelen in andere culturen
In Nederland is er vaak een nuchtere, meer praktische benadering van de dood. Het afscheid nemen is vaak kort, ingetogen en georganiseerd. Maar rouw is niet gebonden aan tijd of vorm en daar ligt precies de kracht van andere culturen tijdens het rouwen.
We kunnen leren dat rouwen tijd mag kosten, soms dagen of wel weken en dat we het verdriet niet alleen hoeven te dragen, maar samen.
Misschien zouden we in Nederland wat vaker stil mogen staan bij de kracht van rouwrituelen. Dit als eerbetoon, houvast en als brug tussen verlies en verder leven.
Waarom je vanaf nu altijd Keti Koti wilt vieren (én hoe je dat elke dag doet)