Echte vrouwen krijgen een kind… toch?
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.bedrock.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F06%2FTess-Meijer-e1750751126872.jpg)
Dat vrouwen een kind krijgen lijkt in deze maatschappij de normaalste zaak van de wereld. Wil je het niet? Dan krijg je gegarandeerd vragen weet ook Tess Meijer. Met BEDROCK deelt ze haar persoonlijke verhaal. “Ik weet nog goed hoe we als kind altijd ‘vader en moedertje’ speelden. Het favoriete rollenspel: je zorgt voor je pop of vriendje, geeft ze wat nepmedicijnen en gebruikt een lepel als thermometer.
Al jong worden de eerste vragen op je afgevuurd: “Hoeveel kinderen wil jij later?” “En wanneer dan?”
Een paar maanden geleden stond ik met mijn zus in de keuken van ons ouderlijk huis. “Ik heb geen vent. Geen vrouw. Laat staan een huis of een auto. Dus als iemand pap en mam kleinkinderen moet bezorgen, dan ben jij het wel, San.”
Ze keek naar haar eitjes die in de pan stonden te pruttelen en lachte. “Nou, dat duurt hopelijk nog wel even hoor. Eerst carrière maken, maar…”
Echte vrouwen krijgen een kind
Ik zag haar even twijfelen. “Maar?” vroeg ik nieuwsgierig. “Ik zou er wel een stuk of vier willen. Eerst een jongen, natuurlijk. Zodat hij zijn zusjes kan beschermen.”
Ik lachte. “Ik kan niet wachten om de tante te worden die altijd cadeautjes meeneemt uit Verweggistan.”
En daar betrapte ik mezelf even. Ik werd enthousiaster van háár toekomstige kinderen dan van het idee om zelf moeder te worden. Sterker nog: ik ben er totaal niet mee bezig.
Ik weet wat jullie nu denken: “Ach Tess, jij bent nog zo jong. Dat komt nog wel.” Maar hoe weten jullie dat zo zeker?
Waarom ik niet wacht op de ware
Ik denk dat ik inmiddels een soort aversie heb ontwikkeld voor de liefde en alles wat daarbij komt kijken.
Begrijp me niet verkeerd: ik hou van mensen. Van connectie. Van diepgang. Een fijne flirt hier en daar.
Maar iets opbouwen met iemand? Ik weet niet of dat er voor mij in zit.
Als ik dat hardop zeg, krijg ik standaard twee reacties:
Reactie één, meestal van vriendinnen:
“Oh, wat heerlijk. Kiezen voor vrijheid en jezelf. Way to go, meid!”
Reactie twee komt steevast van mijn lieftallige vader:
“Dat komt nog wel. Geloof me nou. Verliefdheid doet iets met je.”
Eens. Precies daarom blijf ik er het liefst ver vandaan. Het is niet dat ik mezelf er per se voor afsluit, maar laten we eerlijk zijn: Er staat ook niemand te springen om een relatie met iemand zoals ik.
En dan bedoel ik niet dat ik nou zo lastig ben (al zou je dat misschien denken), maar wie wil er nou een relatie met iemand die elk kwartaal in een ander land woont? Die geen vast thuis heeft?
Die geen tijd heeft om even op zondag naar oma te gaan in Nederland, want: “ik zit in de bergen van Andorra deze maand.”
Ik wil niet van iemand vragen om hun eigen behoeften, dromen of ideeën over ‘hoe een relatie hoort te zijn’ opzij te zetten voor mij. Dat zou ik andersom ook niet doen. Misschien is dat ook waarom mijn relatie een paar jaar geleden is stukgelopen. Dat, en een compleet verschil in ambitie. Maar goed, dat verhaal bewaar ik voor een andere keer.
De onzichtbare norm
Wat me steeds meer opvalt, is hoe je buiten de boot valt zodra je niet meedoet met het standaard script van huisje, boompje, beestje. Alsof je geen volwaardig lid meer bent van de maatschappij als je geen gezin sticht.
“Waarom hebben Gerda en Jan eigenlijk geen kinderen?” Die vraag hoor je nog weleens.
Maar: “Waarom hebben Ron en Anita eigenlijk wél kinderen?” Die hoor je bijna nooit.
Tuurlijk, het zit in onze natuur om ons voort te planten. Ik heb biologie gehad. En als afgestudeerd psycholoog weet ik heus hoe onze behoeften en oer gedragingen in elkaar zitten.
Maar net zo logisch als het is om wél kinderen te willen, zou het dat ook moeten zijn om ze níét te willen.
Om maar wat redenen te noemen:
- Het kost bakken met geld (een kind kost gemiddeld 100.000 euro tot hun achttiende, daar kun je aardig wat reisjes van maken!)
- Je bent áltijd verantwoordelijk
- Je levert een hoop vrijheid in
- Je koelkast is nooit meer veilig
- En ze moeten zeker tot een bepaalde leeftijd altijd met je op vakantie (nee, je kunt niet zomaar een weekendje naar Ibiza)
Maar waar bijna niemand over praat, en wat volgens mij nog steeds een taboe is, is dit:
Wat als je er spijt van krijgt?
En dat is precies wat mij het meest bang maakt. Een lege koelkast kun je vullen. Voor vakantie regel je wel een oppas. Maar spijt? Schuldgevoel? Dat blijft.
Ik kan me niks ergers voorstellen dan elke dag naar je kind kijken met een soort nijd. Alsof ze je vrijheid hebben afgepakt. Alsof je ergens onderweg jezelf bent kwijtgeraakt in het ouderschap.
En ik weet wat je nu waarschijnlijk denkt: “Een kind brengt óók veel geluk, hoor, Tess!”
Dat geloof ik meteen. Maar misschien heb jij gewoon het geluk dat jij dat nare gevoel nooit hebt gehad.
Niet iedereen heeft dat geluk.
Kijk maar op Reddit of andere fora. Ouders die onder namen als “anoniem1983” hun verhaal doen.
Over spijt. Over het gevoel dat hun leven is gestopt. Omdat ze dit soort dingen niet kwijt kunnen bij hun vrienden. Want: wat zouden zij wel niet van je denken?
En je kind? Die mag het natuurlijk al helemaal nooit horen. Dat-ie eigenlijk niet gewenst was.
Dat een condoom achteraf toch geen slecht idee was geweest. Als je dit gevoel herkent, weet dan: je bent niet de enige.
En dat gevoel, hoe pijnlijk ook, verdient meer ruimte dan een anonieme forumpost. Je bent geen slechte ouder. Alleen een mens. En er zijn er meer zoals jij, die zich dat in stilte ook afvragen.
En als je dit leest, weet dan: je bent niet vergeten. Je pijn telt mee. En ook al durf je het misschien niet te zeggen, er zijn anderen die het begrijpen. Je staat er niet alleen voor.
Niet iedere droom komt vanzelf
Naast ouders die nooit echt een kind wílden, is er nog iets anders belangrijks. Ik dacht terug aan dat gesprek met mijn zus, daar in de keuken van het ouderlijk huis. Ze zei dat ze er wel vier wilde. Best een stevig aantal, maar het was vooral de opmerking erna die bleef hangen.
“Het moet je wel gegund zijn, hè,” zei ze. “Ik kan van alles willen, maar misschien lukt het wel helemaal niet.”
Toen ik later die dag in de auto zat richting de bibliotheek, dacht ik daaraan. Ik zocht boeken en tijdschriften over het (niet) krijgen van kinderen. En las persoonlijke verhalen van vrouwen die zich steeds opnieuw moesten verantwoorden voor het feit dat ze geen kinderen wilden.
Of erger nog: vrouwen die wél wilden, maar het gewoon niet konden.
Beeld je eens in: Je bent op werk. Het is koffiepauze. Iedereen praat over hoe knap Joep zijn Cito-toets heeft gemaakt. Of hoe Eva eerste werd bij een talentenjacht op school.
Maar de vrouw zonder kind?
Die komt het gesprek niet in. Het is alsof je zonder kind niet écht meedoet. Alsof je leven minder druk is. Minder levendig. Minder waard. Vrouwen zonder kind hebben gewoon te maken met oordelen.
Want: “Maureen heeft het zó druk, met drie kinderen thuis.” Tuurlijk, dat zal best.
Maar wie zegt dat Emma het niet net zo zwaar heeft? Misschien zorgt ze voor haar zieke man, die een ongeluk heeft gehad. Of voor haar moeder, die te oud is om nog zelfstandig te wonen.
Misschien runt ze een eigen bedrijf, of werkt ze zich driedubbel uit de naad op werk, zonder dat iemand het doorheeft, omdat er geen schattige lunchboxen op Instagram verschijnen.
En als je even de moeite had genomen om aan haar te vragen hoe het écht gaat, dan had je misschien gehoord dat ze…
– de liefde van haar leven heeft ontmoet
– een spannend idee tot leven bracht en haar eerste bedrijf startte
– eindelijk haar eerste artikel publiceerde
– of gewoon de wandelvierdaagse uitliep (en dat is óók een prestatie, ja)
En weet je? Dat verdient net zo goed een feestje. Net zo goed applaus.
Want het is heus niet altijd makkelijk om alwéér een echofoto op Instagram voorbij te zien komen, terwijl jij misschien in stilte probeert zwanger te worden. Of weet dat het nooit zal lukken. Of gewoon andere plannen hebt.
Mama’s zijn fantastisch. Maar dat ben ik ook. En jij ook. Ik hoef geen moeder te zijn om ertoe te doen.
Jij ook niet.
En als ik ooit wél moeder word? Dan is dat omdat ik dat écht wil. Op mijn voorwaarden. Niet omdat het ‘zo hoort’.
Er is zóveel om voor te leven voor alle vrouwen, met of zonder kind.