Dit is de grens van vrijheid van meningsuiting, volgens filosoof Spinoza
Vrijheid van meningsuiting is in Nederland al jaren een hot topic. Over het algemeen vinden we in Nederland dat we alles moeten mogen zeggen wat we denken. Maar wat verstaan we eigenlijk precies onder ‘vrijheid van meningsuiting,’ en in een wereld die meer populistisch lijkt dan ooit zeer relevant: moeten we ergens een grens trekken, en zo ja, waar? Laten we ons voor advies niet wenden tot mensen die nu gebaat zijn bij het wel of niet trekken van die grens, maar bij één van de vroegste voorvechters van de vrijheid van meningsuiting: de Nederlandse filosoof Baruch Spinoza.
Spinoza in het kort:
De in Nederland geboren en getogen Spinoza (1632 –1677) was van Portugees Joodse komaf en werd in zijn tijd voornamelijk verguisd en verafgood (voornamelijk het eerste) door zijn voor die tijd zeer kritische blik op het geloof. Hij vond de Tora duidelijk een product van de menselijke fantasie en kon dus nooit het woord van God zijn. Spinoza was wat we noemen een rationalist: iemand die vindt dat de rede en logica de enige weg naar de waarheid is. Volgens Spinoza viel God samen met de natuur: God is dus geen bebaarde man in de hemel die over ons oordeelt, maar God zit ín de natuur en heeft geen hartstochten: hij heeft niemand lief en is onverschillig.
Op de hoogte blijven van Bedrock-nieuws? Schrijf je in voor onze Bedrock-sparks!
Spinoza schreef onder andere het werk met de pakkende titel ‘Tractatus Theologico-Politicus,’ één van de vroegste pleidooien voor de vrijheid van meningsuiting. En daar wordt het voor ons interessant.
Spinoza was er van overtuigd dat de regering er voor moest zorgen dat iedereen zijn eigen mening mocht uiten. Hij vond dat je niemand kan dwingen anders te denken, en dat een regering die dat wel deed een gewelddadige regering was:
‘Vrijheid’ was voor Spinoza een pilaar van de samenleving en de regering moest dan ook alles in werking stellen om de burgers zo vrij mogelijk te maken. Vrijheid van meningsuiting stond daarom hoog op zijn lijstje, maar hij maakt een duidelijk onderscheid tussen vrijheid van meningsuiting en vrijheid van handelen. Laatstgenoemde kon niet, volgens Spinoza: als jij alles doet waar je zin in hebt, kan je tenslotte de vrijheid van anderen daarmee inperken. Daarom moet men zich aan de wet houden als het om handelen gaat.
Bovendien vond Spinoza ook dat, wanneer een meningsuiting voornamelijk bedoeld is om haat te spuien of anderen in een kwaad daglicht te stellen, bijvoorbeeld door foutieve informatie te geven, er naar gekeken moet worden of dit wel door de beugel kon.
Ook over het, direct of indirect, oproepen tot acties of geweld was Spinoza helder: niet doen. Je wil dan namelijk anderen aansporen om op een manier te handelen die de vrijheid van de ander beperkt. Laatstgenoemde aspect van de vrijheid van meningsuiting is dan ook een van de meest lastige aspecten. Want wanneer bepaal je of een uitgesproken mening aan wil zetten tot handelen?
Vergeet niet Bedrock’s Facebook-pagina te liken, zodat je nooit meer iets mist.
Terugkomend op de vraag waarmee ik het artikel begon zou je dus kunnen stellen dat we, volgens Spinoza, de grens moeten trekken bij meningen die met onjuistheden proberen anderen ‘smaad’ aan te doen óf meningen die aanzetten tot geweld.
Als je dit idee toets op een uitspraak van Geert Wilders als: ‘Willen jullie meer of minder Marokkanen? Dan gaan we dat regelen,’ zou je heel goed kunnen beargumenteren dat hij hierin te ver gaat. Hij roept niet letterlijk op tot handelen, maar het lijkt er verdacht veel op dat hij één groep ‘Marokkanen’ met foute generaliserende informatie zwart probeert te maken: discriminatie. Bovendien stelt hij met de zin ‘dan gaan we dat regelen’ dat hij actie zal ondernemen. Hij zegt dus ook impliciet dat hij dat handelen van ‘we’, waarmee hij de PVV bedoelt, aanmoedigt. Dit handelen zou echter de vrijheid van een enorme groep Nederlandse Marokkanen onrechtmatig inperken.
Als Spinoza had geleefd is de kans dus aannemelijk dat hij de uitspraken van Wilders niet onder vrijheid van meningsuiting zou verstaan, en in dat geval is er nog maar één oplossing: Wilders ter verantwoording roepen bij de rechter. Dit is dan ook gebeurd: de rechtbank bevond Wilders schuldig aan het ‘aanzetten tot discriminatie’.
Niets meer missen van Bedrock?
Like hier onze Facebook-pagina en blijf up to date. Of schrijf je in voor de Bedrock-nieuwsbrief.